​Koolstofkringloop. 

Fossiele Brandstoffen:

 

Laten we beginnen met de meest eenvoudige vraag. Wat zijn fossiele brandstoffen? 

Fossiele brandstoffen zijn koolwaterstoffen(stoffen die bestaan uit C-atomen en H-atomen) die zijn doordat plantaardige en dierlijke resten over vele (miljoenen) jaren onder hoge druk en temperatuur hebben gestaan en zijn omgevormd tot: steenkool, bruinkool (voorloper van steenkool), aardolie en aardgas. Hiermee hebben we gelijk de 4 soorten fossiele brandstoffen te pakken. Hoe ontstaan deze?

 

-Aardgas: Deze fossiele brandstof wordt, in tegenstelling tot steenkool en bruinkool, gevormd op de bodem van de oceaan (kan ook op één manier op een continent gevormd worden, zie laatste regel.). Voor het ontstaan van aardgas (en aardolie) is een zuurstof arme omgeving nodig, zodat de dierlijke en plantaardige resten niet meteen helemaal worden omgezet naar anorganische stoffen door aaseters of bacteriën.  Het laag dood materiaal op de oceaanbodem wordt langzaam begraven onder andere lagen sediment en door de toenemende druk onstaat veel hitte. Onder invloed van deze druk en hitte ontstaat dan aardgas. Bij de vorming van steenkool kan ook aardgas ontstaan, wanneer het organische materiaal wordt blootgesteld aan extreme druk en/of hitte.

 

-Aardolie: Deze fossiele brandstof ontstaat op precies dezelfde manier als aardgas, alleen ontstaat aardolie bij een veel lagere temperatuur al dan aardgas. Hierdoor wordt aardolie en aardgas vaak samen gevonden. Soms komt het voor dat het aardgas zich in een andere aardlaag kan dringen, waardoor toch een scheiding ontstaat.

 

-Steenkool: Er zijn veel soorten steenkool op aarde (bruinkool, gasvlamkool, vetkool, etc.), die allemaal op de zelfde manier wordt gevormd en ook in elkaar kunnen worden omgezet. Steenkool ontstaat wanneer planten resten in de aardkorst worden blootgesteld aan enorme druk en daarbij dus ook hitte. De verschillen in deze kolen wordt veroorzaakt door concentratie verschillen in: water, zuurstof, etc. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Fossiele brandstoffen ontstaan dus uit planten en dieren, planten en dieren bestaan weer voor een groot deel uit C-atomen (denk aan het kopje fotosynthese). Wanneer je fossiele brandstoffen verbrand ontstaat er weer koolstofdioxide wat weer door planten kan worden opgenomen. Op deze manier is de cirkel rond. Maar teveel koolstofdioxide in de lucht kan schadelijke gevolgen hebben voor het milieu. Lees hier meer over in het kopje hiernaast.